Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening zal gedaan zijn, om hun hand te vullen, [en] om hen te heiligen; maar [39]een vreemde zal ze niet eten, want ze zijn [40]heilig. 39. Dat is, die niet is van het geslacht of de afkomst van Aaron. De Levieten zelfs mochten er niet van eten. Zie Lev.10:14. 40. Dat is, heilige spijs, aan God toegeeigend. Hebreeuws, heiligheid.